mascotjes

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  mascotjes    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• mas·cot·jes

Zelfstandig naamwoord

de mascotjes mv

1. verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord mascotte

Gangbaarheid

• Het woord mascotjes staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.