markerinkje

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  markerinkje    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• mar·ke·rin·kje

Zelfstandig naamwoord

het markerinkje o

1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord markering

Gangbaarheid

• Het woord markerinkje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.