Startpagina
Willekeurig
Aanmelden
Instellingen
Financieel bijdragen
Over WikiWoordenboek
Disclaimers
Zoeken
majoreer
Taal
Volgen
Bewerken
Inhoud
1
Nederlands
1.1
Uitspraak
1.2
Woordafbreking
1.3
Werkwoord
Nederlands
Uitspraak
Geluid
:
majoreer
(
hulp
,
bestand
)
Woordafbreking
ma·jo·reer
Werkwoord
vervoeging van
majoreren
majoreer
eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van
majoreren
Ik
majoreer
.
gebiedende wijs van
majoreren
Majoreer
!
(bij inversie)
tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van
majoreren
Majoreer
je?