Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • maan·dag·se

Bijvoeglijk naamwoord

maandagse

  1. verbogen vorm van de stellende trap van maandags

Gangbaarheid

78 % van de Nederlanders;
81 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be