• looi
vervoeging van
looien

looi

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van looien
    • Ik looi. 
  2. gebiedende wijs van looien
    • Looi! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van looien
    • Looi je? 
84 % van de Nederlanders;
89 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be