limiteert
- li·mi·teert
vervoeging van |
---|
limiteren |
limiteert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van limiteren
- Jij limiteert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van limiteren
- Hij limiteert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van limiteren
- Limiteert!
- Het woord limiteert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.