licentieerde
- li·cen·ti·eer·de
vervoeging van |
---|
licentiëren |
licentieerde
- enkelvoud verleden tijd van licentiëren
- Ik licentieerde.
- Jij licentieerde.
- Hij, zij, het licentieerde.
- Ik licentieerde.
- Het woord licentieerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.