lepels
- le·pels
de lepels mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord lepel
- ▸ Als we met de jol naar mijn vaste plek roeiden, was het in het ergste geval binnen tien minuten nadat we onze lepels in het water hadden laten zakken voorbij.[1]
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“Echte Amerikaanse jeans” (2017), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044632767