legde dood
- Geluid: legde dood (hulp, bestand)
- leg·de dood
vervoeging van |
---|
doodleggen |
legde dood
- enkelvoud verleden tijd van doodleggen
- Ik legde dood.
- Jij legde dood.
- Hij, zij, het legde dood.
- Ik legde dood.
vervoeging van |
---|
doodleggen |
legde dood