legalistischers
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- le·ga·lis·ti·schers
Bijvoeglijk naamwoord
legalistischers
- partitief van de vergrotende trap van legalistisch
Gangbaarheid
- Het woord 'legalistischers' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.