leegstal
- leeg·stal
vervoeging van |
---|
leegstelen |
leegstal
- (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van leegstelen
- ... dat ik leegstal.
- ... dat jij leegstal.
- ... dat hij, zij, het leegstal.
- ... dat ik leegstal.
- Het woord leegstal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.