laboreer
- la·bo·reer
vervoeging van |
---|
laboreren |
laboreer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van laboreren
- Ik laboreer.
- gebiedende wijs van laboreren
- Laboreer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van laboreren
- Laboreer je?
- Het woord laboreer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.