kwijnde
- kwijn·de
vervoeging van |
---|
kwijnen |
kwijnde
- enkelvoud verleden tijd van kwijnen
- Ik kwijnde.
- Jij kwijnde.
- Hij, zij, het kwijnde.
- Ik kwijnde.
- Het woord kwijnde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
vervoeging van |
---|
kwijnen |
kwijnde