kwantiseerden

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  kwantiseerden    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• kwan·ti·seer·den

Werkwoord

vervoeging van
kwantiseren

kwantiseerden

1. meervoud verleden tijd van kwantiseren
   

   • Wij kwantiseerden. 
     
   • Jullie kwantiseerden. 
     
   • Zij kwantiseerden.