kruist
- kruist
vervoeging van |
---|
kruisen |
kruist
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kruisen
- Jij kruist.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kruisen
- Hij kruist.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van kruisen
- Kruist!
- Het woord kruist staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.