kraait
- kraait
vervoeging van |
---|
kraaien |
kraait
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kraaien
- Jij kraait.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kraaien
- Hij kraait.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van kraaien
- Kraait!
- Het woord kraait staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.