Noors

Uitspraak
Woordafbreking
  • ko·ro·na·smit·ter
Naar frequentie zeldzaam

Zelfstandig naamwoord

koronasmitter

  1. nominatief onbepaald mannelijk meervoud van koronasmitte


Nynorsk

Uitspraak
Woordafbreking
  • ko·ro·na·smit·ter

Zelfstandig naamwoord

koronasmitter

  1. nominatief onbepaald vrouwelijk meervoud van koronasmitte