• kol·de
vervoeging van
kollen

kolde

  1. enkelvoud verleden tijd van kollen
    • Ik kolde. 
    • Jij kolde. 
    • Hij, zij, het kolde. 


  • kol·de
Naar frequentie 2553

kolde, g / o

  1. bepaalde vorm enkelvoud van de stellende trap van kold

kolde, mv

  1. onbepaalde en bepaalde vorm meervoud van de stellende trap van kold