• koei·o·neert
vervoeging van
koeioneren

koeioneert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van koeioneren
    • Jij koeioneert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van koeioneren
    • Hij koeioneert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van koeioneren
    • Koeioneert!