Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • knopt

Werkwoord

vervoeging van
knoppen

knopt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van knoppen
    • Jij knopt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van knoppen
    • Hij knopt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van knoppen
    • Knopt!