kleinsneed
- Geluid: kleinsneed (hulp, bestand)
- klein·sneed
vervoeging van |
---|
kleinsnijden |
kleinsneed
- (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van kleinsnijden
- ... dat ik kleinsneed.
- ... dat jij kleinsneed.
- ... dat hij, zij, het kleinsneed.
- ... dat ik kleinsneed.
- Het woord kleinsneed staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.