Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • klaart

Werkwoord

vervoeging van
klaren

klaart

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van klaren
    • Jij klaart. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van klaren
    • Hij klaart. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van klaren
    • Klaart!