Deens

Uitspraak
Woordafbreking
  • kir·ker
Naar frequentie 12594

Zelfstandig naamwoord

kirker

  1. nominatief onbepaald gemeenschappelijk geslacht meervoud van kirke


Noors

Uitspraak
Woordafbreking
  • kir·ker
Naar frequentie 12765

Zelfstandig naamwoord

kirker

  1. nominatief onbepaald mannelijk en vrouwelijk meervoud van kirke