• keep·te
vervoeging van
keepen

keepte

  1. enkelvoud verleden tijd van keepen
    • Ik keepte. 
    • Jij keepte. 
    • Hij, zij, het keepte. 
vervoeging van
kepen

keepte

  1. enkelvoud verleden tijd van kepen
    • Ik keepte. 
    • Jij keepte. 
    • Hij, zij, het keepte.