Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • keelt

Werkwoord

vervoeging van
kelen

keelt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kelen
    • Jij keelt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kelen
    • Hij keelt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van kelen
    • Keelt!