• ka·ra·ook
vervoeging van
karaoken

karaook

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van karaoken
    • Ik karaook. 
  2. gebiedende wijs van karaoken
    • Karaook! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van karaoken
    • Karaook je?