kandideerde
- Geluid: kandideerde (hulp, bestand)
- kan·di·deer·de
vervoeging van |
---|
kandideren |
kandideerde
- enkelvoud verleden tijd van kandideren
- Ik kandideerde.
- Jij kandideerde.
- Hij, zij, het kandideerde.
- Ik kandideerde.
vervoeging van |
---|
kandideren |
kandideerde