kanaliseerde
- ka·na·li·seer·de
vervoeging van |
---|
kanaliseren |
kanaliseerde
- enkelvoud verleden tijd van kanaliseren
- Ik kanaliseerde.
- Jij kanaliseerde.
- Hij, zij, het kanaliseerde.
- Ik kanaliseerde.
- Het woord kanaliseerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.