kalverde
- kal·ver·de
vervoeging van |
---|
kalveren |
kalverde
- enkelvoud verleden tijd van kalveren
- Ik kalverde.
- Jij kalverde.
- Hij, zij, het kalverde.
- Ik kalverde.
- Het woord kalverde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.