• kal·ver
vervoeging van
kalveren

kalver

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kalveren
    • Ik kalver. 
  2. gebiedende wijs van kalveren
    • Kalver! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kalveren
    • Kalver je?  [1]



  • kal·ver
Naar frequentie 24968

kalver

  1. tegenwoordige tijd van kalve

kalver, mv

  1. onbepaalde vorm nominatief meervoud van kalv

kalver, mv

  1. onbepaalde vorm nominatief meervoud van kalve