juxtaponeer
- Geluid: juxtaponeer (hulp, bestand)
- jux·ta·po·neer
vervoeging van |
---|
juxtaponeren |
juxtaponeer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van juxtaponeren
- Ik juxtaponeer.
- gebiedende wijs van juxtaponeren
- Juxtaponeer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van juxtaponeren
- Juxtaponeer je?