junglevliegenvangertje

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • jun·gle·vlie·gen·van·ger·tje

Zelfstandig naamwoord

het junglevliegenvangertjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord junglevliegenvanger

Gangbaarheid