Noors

Woordafbreking
  • juk·set
Naar frequentie 9086

Werkwoord

jukset

  1. verleden tijd van jukse
  2. voltooid deelwoord van jukse

Zelfstandig naamwoord

jukset, o

  1. bepaalde vorm nominatief enkelvoud van juks


Nynorsk

Woordafbreking
  • juk·set

Zelfstandig naamwoord

jukset, o

  1. bepaalde vorm nominatief enkelvoud van juks