jokten
- jok·ten
vervoeging van |
---|
jokken |
jokten
- meervoud verleden tijd van jokken
- Wij jokten.
- Jullie jokten.
- Zij jokten.
- Wij jokten.
- Het woord jokten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
vervoeging van |
---|
jokken |
jokten