joiner
enkelvoud | meervoud |
---|---|
joiner | joiner |
joiner
- (beroep) schrijnwerker, meubelmaker
- «Have you considered a career as a joiner?»
- Heb je een loopbaan als meubelmaker overwogen?
- «Have you considered a career as a joiner?»
- nieuwkomers iemand die zich ergens bij aansluit, vooral beroepshalve
- «With increasing pressure and expectations for new joiners to 'hit the ground running', we want our new joiners to slot in quickly.»
- Met de toenemende druk en verwachtingen op nieuwkomers om meteen volop te kunnen presteren, willen we dat zij snel hun plek kunnen vinden.
- «With increasing pressure and expectations for new joiners to 'hit the ground running', we want our new joiners to slot in quickly.»