jij-bakt
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- jij-bakt
Werkwoord
vervoeging van |
---|
jij-bakken |
jij-bakt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van jij-bakken
- Jij jij-bakt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van jij-bakken
- Hij jij-bakt.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van jij-bakken
- Jij-bakt!