jenden
- jen·den
vervoeging van |
---|
jennen |
jenden
- meervoud verleden tijd van jennen
- Wij jenden.
- Jullie jenden.
- Zij jenden.
- Wij jenden.
- Het woord jenden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
vervoeging van |
---|
jennen |
jenden