jakta
- verleden tijd van jakte
- voltooid deelwoord van jakte
jakta, v
- bepaalde vorm nominatief enkelvoud van jakt
jakta
- onbepaalde wijs, tweede vorm naast jakte, zie aldaar
jakta
- verleden tijd van jakta
- voltooid deelwoord van jakta
jakta
- gebiedende wijs van jakta
jakta
- verleden tijd van jakte
- voltooid deelwoord van jakte
jakta
- gebiedende wijs van jakte