• iso·me·ri·seer
vervoeging van
isomeriseren

isomeriseer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van isomeriseren
    • Ik isomeriseer. 
  2. gebiedende wijs van isomeriseren
    • Isomeriseer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van isomeriseren
    • Isomeriseer je?