Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • in·vult

Werkwoord

vervoeging van
invullen

invult

  1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van invullen
    • ... dat jij invult. 
  2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van invullen
    • ... dat hij invult.