• IPA: /ɪnvɛstʊjɛtɛ/
  • in·ve·s·tu·je·te

investujete

  1. formeel tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd aantonende wijs van het (im)perfectieve werkwoord investovat
  2. tweede persoon meervoud tegenwoordige tijd aantonende wijs van het (im)perfectieve werkwoord investovat