investeerde
- Geluid: investeerde (hulp, bestand)
- in·ves·teer·de
vervoeging van |
---|
investeren |
investeerde
- enkelvoud verleden tijd van investeren
- Ik investeerde.
- Jij investeerde.
- Hij, zij, het investeerde.
- Ik investeerde.
- Het woord investeerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.