Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • in·ven·ta·ri·seer·den

Werkwoord

vervoeging van
inventariseren

inventariseerden

  1. meervoud verleden tijd van inventariseren
    • Wij inventariseerden. 
    • Jullie inventariseerden. 
    • Zij inventariseerden.