internetdatete
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- in·ter·net·date·te
Werkwoord
vervoeging van |
---|
internetdaten |
internetdatete
- enkelvoud verleden tijd van internetdaten
- Ik internetdatete.
- Jij internetdatete.
- Hij, zij, het internetdatete.
- Ik internetdatete.