• in·te·res·seer
vervoeging van
interesseren

interesseer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van interesseren
    • Ik interesseer. 
  2. gebiedende wijs van interesseren
    • Interesseer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van interesseren
    • Interesseer je?