intapet
- in·tapet
vervoeging van |
---|
intapen |
intapet
- (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van intapen
- ... dat jij intapet.
- (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van intapen
- ... dat hij intapet.
- Het woord intapet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.