instrumenten

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  instrumenten    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• in·stru·men·ten

Zelfstandig naamwoord

de instrumenten mv

1. meervoud van het zelfstandig naamwoord instrument

Gangbaarheid

• Het woord instrumenten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.