inspecteert
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: inspecteert (hulp, bestand)
Woordafbreking
- in·spec·teert
Werkwoord
vervoeging van |
---|
inspecteren |
inspecteert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inspecteren
- Jij inspecteert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inspecteren
- Hij inspecteert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van inspecteren
- Inspecteert!