Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • in·sneed

Werkwoord

vervoeging van
insnijden

insneed

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van insnijden
    • ... dat ik insneed. 
    • ... dat jij insneed. 
    • ... dat hij, zij, het insneed.