inschrijft
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: inschrijft (hulp, bestand)
Woordafbreking
- in·schrijft
Werkwoord
vervoeging van |
---|
inschrijven |
inschrijft
- (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inschrijven
- ... dat jij inschrijft.
- (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inschrijven
- ... dat hij inschrijft.